Hoe kom je als team tot één lijn over ‘voldoende groei’?

Iedere docent kent het:
die ene student waarbij jij denkt: “er zit groei in, geef hem nog wat ruimte”,
terwijl een collega zegt: “dit is echt onder niveau, hij moet nu gaan leveren.”

En allebei hebben jullie een punt.

Want ontwikkeling is geen rechte lijn. Studenten groeien in hun eigen tempo.
Maar hoe wéten we dan of het genoeg is?
Wanneer spreken we van ‘voldoende voortgang’?
En belangrijker: hoe zorgen we als team dat we hierover op één lijn zitten, zonder te vervallen in afvinken of verzachten?

Dat is precies waar een ontwikkelingsgerichte teamcultuur het verschil maakt.

Waarom ‘voldoende’ zelden zwart-wit is

In het onderwijs is ‘voldoende’ vaak gekoppeld aan cijfers of resultaten.
Maar in ontwikkelingsgericht opleiden kijken we breder:

  • Groeit de student in gedrag en leerhouding?

  • Laat hij meer eigenaarschap of initiatief zien?

  • Gebruikt hij feedback? Neemt hij stappen?

Dat vraagt om professionele oordeelsvorming: niet alleen meten, maar ook duiden.
En daar zit ruimte. Ruimte voor interpretatie. Voor verschil.
Verschillen zijn niet erg, zolang we er het gesprek over voeren.

Hoe bouw je samen aan een gedeeld beeld?

Een ontwikkelingsgerichte teamcultuur vraagt om meer dan methodieken.
Het vraagt om samen kijken, samen praten en samen leren.
Vier bouwstenen:

 

1. Erken dat verschil bestaat
Een goed gesprek begint met erkennen dat collega’s anders kunnen kijken:

  • De één let op cijfers, de ander op houding

  • De één benoemt snel zorgen, de ander geeft langer ruimte

  • De één stuurt op controle, de ander op vertrouwen

Allemaal valide, maar alleen werkbaar als je het bespreekt. Openheid zonder oordeel is de basis.

 

2. Werk met gedeelde kaders
Gebruik bijvoorbeeld de Groeiwijzer of ontwikkelingsgerichte rubrics als gemeenschappelijk referentiepunt.
Niet om te standaardiseren, maar om te kalibreren:

  • Wat verstaan wij onder ‘voldoende initiatief’?

  • Welke voorbeelden passen bij ‘in ontwikkeling’ of ‘stagnatie’?

Zo voorkom je dat gesprekken verzanden in losse meningen.

 

3. Ga van oordeel naar analyse
In plaats van: “Deze student is niet gemotiveerd” → onderzoek samen:

  • Wat laat hij zien in gedrag?

  • Wat gebeurt er in les, stage, SLB?

  • Welke stappen zijn al gezet?

  • Waar stagneert de ontwikkeling?

Dat vraagt een open houding en de bereidheid om niet te snel conclusies te trekken.

 

4. Spreek af wie wat doet en hoe
Als je als team vaststelt dat een student niet voldoende groeit:

  • Welke interventie past nu het beste?

  • Wie voert dit uit en hoe stemmen we af?

  • Wat communiceren we naar de student?

Eenduidigheid betekent niet dat iedereen hetzelfde doet,
maar dat studenten niet verdwalen in tegenstrijdige signalen.

 

Wanneer teams samen een gedeeld beeld vormen, ontstaat rust, duidelijkheid en richting —
voor studenten én voor docenten.

📌 Dit artikel is geschreven vanuit mijzelf en weerspiegelt mijn professionele visie. Het is niet namens een werkgever gepubliceerd.

 

Gesprekstool
13 downloads

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.