
Binnen ontwikkelingsgericht opleiden draait alles om zichtbare groei, eigenaarschap en het stimuleren van zelfregie bij studenten. Maar als we écht willen dat studenten eigenaar worden van hun leerproces, moeten we hen niet alleen laten oefenen met de inhoud, maar ook met hoe ze leren.
Daar ligt een enorme kans: differentiëren op leerstrategieën.
Studenten leren niet allemaal hetzelfde
Onderzoek laat zien dat studenten verschillen in hun voorkeursmanier van leren.
Waar de één leert door te visualiseren, heeft een ander juist baat bij hardop uitleggen of oefenen in concrete praktijksituaties
(Barry Zimmerman, 2002; Jan Vermunt, 2005).
Sommige studenten kiezen vanzelf strategieën die passen bij de taak én bij henzelf.
Anderen hebben daarin meer sturing of bewustwording nodig.
Wat zijn leerstrategieën?
Een leerstrategie is de aanpak die een student gebruikt om iets nieuws te leren of te begrijpen.
Bijvoorbeeld:
-
Cognitieve strategieën: samenvatten, mindmaps maken, vragen stellen, herhalen, toepassen
-
Metacognitieve strategieën: plannen, monitoren, evalueren (denken over leren)
-
Motiverende strategieën: doelen stellen, belonen, jezelf activeren
De effectiviteit van strategieën verschilt per taak én per student. Wat voor de één werkt, kan voor een ander juist frustrerend zijn.
Waarom dit past bij ontwikkelingsgericht opleiden
Ontwikkelingsgericht opleiden ziet leren als een proces in interactie met jezelf, de ander en de omgeving.
Door ruimte te geven aan verschillen in leerstrategieën:
-
erken je dat studenten op verschillende manieren leren
-
stimuleer je reflectie en zelfregie
-
maak je leren persoonlijk en betekenisvol
Volgens John Hattie (2009) heeft metacognitief leren (leren hoe je leert) een zeer groot effect op leerresultaten (effect size > 0.7).
Studenten die weten welke strategie bij hen past én die kunnen toepassen, zijn zelfstandiger én succesvoller in hun leerproces.
Wat kun je als docent doen?
1. Maak strategieën zichtbaar
Laat in de klas verschillende manieren van leren zien.
Bespreek hardop hoe jij zelf een tekst samenvat, toetsvragen maakt of een project plant.
2. Geef keuzevrijheid met structuur
Bied verschillende strategie-opties aan en laat studenten kiezen wat bij hen past.
Bijvoorbeeld: “Wil je deze opdracht samenvatten in steekwoorden, visueel in een schema, of door het uit te leggen aan een klasgenoot?”
3. Laat reflecteren op leerproces, niet alleen op resultaat
Integreer vragen als:
→ Hoe heb je dit aangepakt?
→ Wat werkte goed/niet goed voor jou?
→ Wat zou je een volgende keer anders doen?
4. Differentieer in begeleiding
De één heeft behoefte aan sturing (“welke strategie kan ik proberen?”), de ander aan verdieping (“hoe kan ik dit aanscherpen?”).
Sluit aan bij waar de student staat in zijn leerproces.
Studievaardigheden als ontwikkellijn
Je kunt leerstrategieën ook structureel opnemen in je curriculum, bijvoorbeeld via een rubric studievaardigheden.
Studenten reflecteren dan niet alleen op wat ze leren, maar ook op hoe ze leren en hoe ze daarin kunnen groeien.
Zo wordt leren leren geen bijzaak, maar een krachtige ontwikkellijn.
📌 Dit artikel is geschreven vanuit mijnzelf en weerspiegelt mijn professionele visie. Het is niet namens een werkgever gepubliceerd.
Reactie plaatsen
Reacties