Werken aan ontwikkeling gebeurt stap voor stap, in een leerproces dat zich steeds herhaalt. Het begint met het in kaart brengen van de huidige situatie (de nulmeting). Vervolgens wordt er een doel vastgesteld en een plan gemaakt om daarmee aan de slag te gaan. Na de uitvoering volgt een evaluatie: wat ging goed en wat kan beter? Deze cyclus maakt het mogelijk om bewust te leren, bij te sturen en telkens een stap verder te komen. De studieloopbaanbegeleider (slb’er) biedt ondersteuning tijdens elke stap van dit proces.

Binnen ons college leren we studenten het belang van persoonlijk leiderschap. Deze houding vormt de basis voor hoe je je opstelt in je werk, richting cliënten/patiënten, collega’s en andere betrokkenen. De onderstaande aspecten helpen studenten om bewust, respectvol en verantwoordelijk te handelen binnen de beroepspraktijk. Ze zijn essentieel voor het ontwikkelen van een betrouwbare en deskundige beroepsidentiteit. Bij elke succescriteria hoort een rubric. Deze rubric gebruikt de student om te evalueren waar hij staat, ten opzichte van de succescriteria. 

Dit zijn de tien aspecten van persoonlijk leiderschap, waar je gedurende je opleiding aan gaat werken. Zoals je in deze afbeelding ziet, is de route geen rechte lijn, die je langs alle aspecten leidt. Jij bent namelijk 'in the lead' als het gaat over jouw ontwikkeling. Langs welk aspecten fiets jij eerst? Soms kan het zijn dat je onderweg besluit om je route te veranderen, omdat je een ervaring opdoet die aandacht vraagt. Voel je vrij om 'om te fietsen'. 

‘Beroepshouding’ is zo’n woord dat vaak voorbij komt in lessen, opdrachten, stagebeoordelingen. Maar wat betekent het eigenlijk voor jóu?

Ontwikkelingsgerichte rubrics maken groei zichtbaar. Ze helpen studenten om hun eigen ontwikkeling te begrijpen én richting te geven. Niet om te beoordelen of af te vinken, maar om het gesprek te voeren: waar sta ik nu, waar wil ik naartoe, en wat heb ik daarvoor nodig?