
Vraag een willekeurige student wat een portfolio is en je krijgt vaak het antwoord:
“Een map met bewijs dat ik dingen heb gedaan.”
En daar zit precies de crux. Want hoewel het portfolio bedoeld is als een persoonlijk ontwikkelinstrument, wordt het in de praktijk vaak ervaren als een afvinklijst. Als iets dat je ‘moet vullen’ met opdrachten, verslagen, bewijzen, zodat het ‘op orde’ is.
Het gevolg?
Studenten raken gefocust op inhoud verzamelen in plaats van op groei tonen. Reflecties worden oppervlakkig. Feedback verdwijnt tussen documenten. En de portfolio-gesprekken gaan vooral over: “Is het voldoende?”
Dat is zonde. Want juist het portfolio biedt de kans om ontwikkeling zichtbaar, bespreekbaar en betekenisvol te maken, mits we het anders inrichten én anders begeleiden.
Het portfolio als leerinstrument
Binnen ontwikkelingsgericht opleiden en De Groeiwijzer draait alles om zicht op ontwikkeling:
-
Wat leert de student?
-
Hoe groeit hij of zij in gedrag, houding, reflectie, vaardigheden?
-
Wat zijn stappen geweest – en wat is de volgende stap?
Het portfolio kan daarin een krachtige motor zijn als het niet alleen wordt gebruikt voor kwalificatie, maar vooral voor reflectie, eigenaarschap en richting.
Gebruik het portfolio als gesprekstool
Laat het portfolio de basis zijn voor ontwikkelgesprekken. Niet als bewijs dat iets ‘af’ is, maar als aanleiding voor vragen als:
“Wat is een moment waar je trots op bent?”
“Waar zie jij nog ruimte om te groeien?”
“Wat is een stap die je nu durft te zetten?”
“Waar loop je op vast, en wat heb je nodig om verder te komen?”
Reactie plaatsen
Reacties