Succescriteria als richting voor groei en ontwikkeling

In het onderwijs spreken we steeds vaker over succescriteria. Logisch, want studenten hebben houvast nodig: Wat wordt er van mij verwacht? Wanneer is iets goed genoeg? Maar in de praktijk merk ik dat succescriteria soms toch afvinklijstjes worden. En precies daar schuurt het, zeker als je werkt vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief.

Vanuit De Groeiwijzer pleit ik voor succescriteria die niet alleen bepalen of iets klopt, maar die vooral helpen bij de vraag: “Ben ik aan het groeien?”

 

Succescriteria zijn concrete beschrijvingen van wat kwaliteit is. Ze maken zichtbaar hoe goed eruitziet, zodat studenten hun eigen werk kunnen beoordelen en verbeteren. Ze zijn essentieel voor zelfregulatie: een student kan pas verantwoordelijkheid nemen voor zijn leerproces, als hij weet waarop hij wordt aangesproken.

Maar dan moeten die criteria wel:

  • helder zijn,

  • betekenisvol zijn voor de student,

  • en ruimte bieden voor groei.

Vanuit ontwikkelingsgericht opleiden vragen we niet alleen: “Is het af?”
Maar ook: “Waar stond deze student, en wat is er sinds toen veranderd?”

🧩 En wat betekent dat voor jouw team?

Het vraagt dat je:

  • samen succescriteria ontwikkelt die past bij jullie visie op groei;

  • criteria laat differentiëren per leerjaar of fase (wat is ‘goed genoeg’ in leerjaar 1 is anders dan in leerjaar 3);

  • criteria gebruikt als gespreksinstrument, niet als checklist;

  • en zichtbaar koppelt aan ontwikkeling in gedrag, leerhouding en beroepsvorming.

 

Hieronder vind je een voorbeeld van succescriteria voor een aspect uit de leerlijn persoonlijk leiderschap:  'initiatief nemen', uitgewerkt in drie groeifasen. Dit sluit aan bij een ontwikkelingsgerichte aanpak: het laat zien dat initiatief nemen iets is wat studenten kunnen leren, oefenen en opbouwen.

 

Beginnende fase (oriënterend niveau)

De student reageert op sturing en voert taken uit als deze helder zijn.

  • Wacht vaak af tot opdrachten worden gegeven.

  • Onderneemt weinig actie uit zichzelf.

  • Heeft ondersteuning nodig bij het plannen of starten van taken.

🎯 Feedbackrichting: “Welke stap zou je zélf kunnen zetten, nog vóórdat iemand jou eraan herinnert?”

 

Gevorderde fase (ontwikkelend niveau)

De student neemt initiatief in herkenbare situaties en komt in actie bij bekende taken.

  • Pakt werk op zonder directe aansturing.

  • Komt met voorstellen of vragen om duidelijkheid.

  • Laat zien dat hij/zij verantwoordelijkheid wil nemen voor eigen leerproces.

🎯 Feedbackrichting: “Je pakt het steeds vaker zelf op. Wat heb je nodig om dat ook in nieuwe situaties te doen?”

 

Zelfstandig niveau (verantwoordelijk niveau)

De student neemt proactief initiatief in diverse situaties en anticipeert op wat nodig is.

  • Ziet werk liggen en onderneemt actie zonder aansporing.

  • Doet voorstellen, lost zelfstandig knelpunten op of zoekt hulp waar nodig.

  • Neemt eigenaarschap voor eigen leerproces en doelen.

🎯 Feedbackrichting: “Wat helpt jou om dit initiatief vast te houden en waar zou je nóg meer eigenaarschap kunnen tonen?”

 

En hoe zit dat met het kwalificatiedossier?

Het kwalificatiedossier bevat vaak abstracte formuleringen zoals:

"De beginnend beroepsbeoefenaar werkt samen met collega’s en externe contacten."

Die kun je vertalen naar concrete succescriteria zoals:

  • De student stemt af met collega's voor het uitvoeren van een taak.

  • De student vraagt hulp of informatie als iets onduidelijk is.

  • De student past zich aan aan afspraken en teamregels.

➡️ Dit maakt het mogelijk om ontwikkelingsgericht te beoordelen: je kunt zien of een student onderweg is naar beheersing, en welke ondersteuning nog nodig is.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.