Wat levert het ons op?

In het mbo wordt vaak gesproken over resultaten, rendement en het behalen van diploma’s. Begrijpelijk, want we willen studenten voorbereiden op de beroepspraktijk. Maar steeds vaker voelen we als opleiders ook de behoefte aan een ander soort gesprek: een gesprek over de ontwikkeling van studenten. Over wie ze worden, hoe ze leren, wat ze nodig hebben. Dus niet alleen of ze voldoen aan de norm.

 

Sinds wij als college serieus werk maken van ontwikkelingsgericht opleiden, merken we dat er iets wezenlijks verandert. In onze aanpak. In onze gesprekken. Maar vooral: in onze studenten.

 

Wat is ontwikkelingsgericht opleiden ook alweer?

Bij ontwikkelingsgericht opleiden staan niet alleen de eindresultaten centraal, maar juist de weg ernaartoe. Studenten worden gezien als lerenden, niet alleen als presteerders. Feedback, succescriteria en reflectie zijn geen extra’s, maar de bouwstenen van het onderwijs.

We waarderen dus niet alleen het eindproduct, maar ook de leerhouding, inzet, groei en zelfreflectie van studenten. En misschien nog belangrijker: studenten leren zichzelf daarin ook beter te waarderen.

 

Wat zien we in de praktijk?

De overgang naar ontwikkelingsgericht werken vraagt veel: van docenten, van teams, van studenten. Maar het levert ook veel op. In gesprekken met collega’s vallen telkens weer dezelfde dingen op:

🧩 Studenten durven zich kwetsbaarder op te stellen. Ze voelen zich gezien in hun proces, ook als iets (nog) niet lukt.

🧩 Er is meer eigenaarschap. Studenten nemen zelf vaker het initiatief om hun ontwikkeling te bespreken of doelen te stellen.

🧩 Docenten signaleren eerder waar het stokt. Niet pas bij de cijfers, maar al bij houding, reflectie of leerstrategieën.

🧩 Gesprekken worden rijker. We praten minder over 'voldoende/onvoldoende' en meer over ‘wat heb je geleerd?’ en ‘hoe kun je verder?’ Maar ook over 'Hoe denk je daar te komen?'

Een student als voorbeeld

Neem Tom, een student uit  één van onze opleiding. Hij zit in het autistisch spectrum, kan prachtig tekenen en mondeling sterk reflecteren. In het oude systeem werd zijn groei beperkt zichtbaar: zijn schriftelijke opdrachten waren vaak ongestructureerd en moeilijk te volgen.

Met succescriteria en een rubric gericht op leerhouding en reflectie konden we ineens wél laten zien dat Tom was gegroeid. Hij kreeg woorden voor zijn eigen ontwikkeling, en het team kreeg grip op zijn voortgang. Het gesprek veranderde en daarmee ook het vertrouwen in zijn kunnen.

Wat levert dit op?

We zien:

✅ Meer motivatie bij studenten

✅️ sporadisch negatief bsa (maar wel heel goed onderbouwd)

✅ Minder uitval

✅ Sterkere pedagogische relaties (met studenten en ouders)

✅ Er wordt recht gedaan aan verschillende leerstrategieën 

✅ En uiteindelijk: betere onderbouwing bij beslissingen zoals het bindend studieadvies (BSA)

 

En wat vraagt het van ons?

Ontwikkelingsgericht opleiden is geen ‘tool’, maar een cultuurverandering. Het vraagt om teamgesprekken, een gedeelde taal, lef om feedback te geven én ontvangen, en ruimte voor pedagogisch denken in een vaak resultaatgestuurde context.

Het vraagt ook om eerlijk kijken: doen we wat werkt voor deze student, of wat past in het format? En durven we daarin samen op te trekken?

 

Als je studenten de kans wilt geven om echt te groeien, in plaats van alleen te voldoen, dan is ontwikkelingsgericht opleiden een weg die dieper gaat. Wij zijn ook nog onderweg. Maar de signalen die we nu al terugkrijgen van studenten en collega’s geven ons vertrouwen: dit is de kant die we op willen.

🟢 Wil je zelf aan de slag met ontwikkelingsgericht opleiden binnen jouw team? Bekijk dan de materialen of meld je aan voor het webinar op 19 september van 09:30 tot 11:00.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.