
Als je ontwikkelingsgericht opleidt, wil je studenten niet alleen beoordelen op het resultaat, maar begeleiden in hun groei. Dan moet je volgsysteem méér kunnen dan vinkjes zetten. Maar wat dan precies? Wat doet een goed leervolgsysteem wél en vooral ook níet?
Wat een goed leervolgsysteem wél doet:
1. Zichtbaar maken van ontwikkeling in plaats van alleen resultaat
Een goed systeem maakt het proces zichtbaar. Niet alleen of een doel behaald is, maar hoe een student daar naartoe beweegt. Bijvoorbeeld via succescriteria, reflecties, of rubrics. Het laat ruimte om groei in kleine stappen te registreren, niet alleen eindproducten.
2. Gestructureerde input verzamelen voor goede gesprekken
In een ontwikkelgesprek wil je als docent niet alleen je eigen indrukken delen, maar juist de student zelf aan het woord laten. Een systeem dat ruimte biedt voor zelfevaluatie, feedback én observaties vanuit verschillende perspectieven, helpt daarbij. Het ondersteunt het gesprek, het vervangt het niet.
3. Ondersteunen bij het herkennen van stagnatie
Ontwikkelingsgericht opleiden betekent niet dat “alles goed is zolang je reflecteert”. Een goed leervolgsysteem helpt signalen van stagnatie tijdig te herkennen , zodat interventies zinvol en tijdig kunnen worden ingezet. Denk aan het herkennen van herhaald gedrag, terugkerende reflectiepatronen of uitblijvende groei op bepaalde criteria.
4. Ruimte geven voor eigenaarschap
Studenten moeten actief betrokken worden bij hun ontwikkeling. Een goed systeem is toegankelijk, begrijpelijk en uitnodigend voor studenten om zelf regie te nemen. Bijvoorbeeld door zelf doelen te stellen, voortgang te monitoren en eigen werk toe te voegen. Het systeem is van de student, niet alleen van de docent.
Wat een leervolgsysteem niet moet doen:
1. De ontwikkeling plat slaan tot vinkjes of cijfers
Zodra ontwikkeling wordt gereduceerd tot een checklist, verdwijnt het leerproces naar de achtergrond. Studenten gaan werken voor het vinkje, niet meer aan hun groei. En docenten verliezen zicht op het verhaal áchter de cijfers.
2. Beoordeling en begeleiding verwarren
Een systeem dat enkel op beoordelingsmomenten is ingericht, ondersteunt geen leerproces. Ontwikkelingsgericht begeleiden vraagt om ruimte voor feedback, nuance en proces. Als je alles meteen moet aftekenen of labelen als ‘voldoende/onvoldoende’, raakt het gesprek over leren ondergesneeuwd.
3. Docenten reduceren tot invoerders
Een systeem mag nooit leidend zijn boven het professionele oordeel van de docent. Wanneer het systeem bepaalt wat ‘voldoende’ is, en niet meer ruimte laat voor context, reflectie of nuance, gaat er iets mis. Het systeem moet faciliteren, niet voorschrijven.
4. De regie bij studenten weghalen
Als een student het systeem als iets ‘van school’ of ‘van de docent’ ervaart, wordt het een controlemiddel in plaats van een leermiddel. Een goed systeem nodigt studenten uit om hun eigen ontwikkeling te volgen, keuzes te maken en initiatief te nemen.
Een ontwikkelingsgericht volgsysteem:
-
helpt je inzicht te krijgen in waar een student staat,
-
biedt ruimte voor eigenaarschap,
-
maakt het gesprek over groei mogelijk,
-
en ondersteunt pedagogisch vakmanschap.
Het is geen eindstation, maar een instrument. En zoals elk instrument moet het zorgvuldig worden gekozen én gebruikt. Niet omdat het 'moet', maar omdat het bijdraagt aan het leren van de student.
Wil je met je team aan de slag met het kiezen of doorontwikkelen van een leervolgsysteem dat écht ontwikkelingsgericht werkt? Denk dan samen na over deze vragen:
-
Wat willen wij zichtbaar maken?
-
Wat willen wij bespreken met studenten?
-
Hoe geven we studenten zelf een stem in hun ontwikkeling?
Het volgsysteem is niet het onderwijs. Maar als het goed is ontworpen, kan het er wél een krachtig onderdeel van zijn.
Reactie plaatsen
Reacties